Classificatie / Names
Lokale namen | Synoniemen | Catalog of Fishes(Genus, Soort(en)) | ITIS | CoL | WoRMS | Cloffa
>
Beryciformes (Sawbellies) >
Stephanoberycidae (Pricklefishes)
Etymology: Abyssoberyx: Named for the great depth from which this fish was trawled..; levisquamosus: Named for the smoothness of its scales..
Environment: milieu / climate zone / depth range / distribution range
Ecologie
marien bathypelagisch; diepte ? - 4565 m (Ref. 75592). Deep-water; 22°N - 20°N, 21°W - 31°W (Ref. 75592)
Verspreiding
Landen | FAO regio's | Ecosystemen | Voorkomen | Point map | Introducties | Faunafri
Northeast Atlantic.
Grootte / Gewicht / Leeftijd
Maturity: Lm ? range ? - ? cm
Max length : 16.8 cm SL mannelijk / geslacht onbekend; (Ref. 75592)
Korte beschrijving
Morfologie | Morfometrie
Wervels: 32 - 34. This species have the following characters: cycloid scales; dorsal fin spines 1-2; gill rakers 5-7 + 14-15 (Ref. 75592).
This species is caught by bottom trawls (epibenthic sledge and semi-balloon otter trawl). The type series were collected at a single station where the terrain at these abyssal depths (4490-4640 m) is characterized by a complex topography of undulations, some hundreds of meters in height and where substratum is firm with very low megafaunal biomass. Lack of a rich benthic invertebrate fauna contrasts with the abundance and diversity of the fish fauna sampled. Also, this species occurred among 22 other species of Synaphobranchidae (1 species), Alepocephalidae (2), Ipnopidae (4), Bathysauridae (1), Ophidiidae (8), Aphyonidae (3) and Macrouridae (3). In overall abundance, it ranked fourth, equal to the ophidioid, Porogadus sp. (10 specimens), but less abundant than the ipnopids, Bathypterois longipes Günther, 1878 (24) and Bathymicrops regis Hjort & Koefoed, 1912 (28) and the ophidioid, Bathyonus laticeps (Günther, 1878) (51). Specimens (3) were examined internally, all females (15.2, 15.5, 16.8 cm SL), with ovaries in varying stages of yolk formation. Some 3-4 generations of oocytes were present in the ovaries. The ovaries of the 15.5 cm SL specimen were the most mature, with the most advanced generation (estimated at some thousands of ova) being c. 1 mm in diameter and containing a large oil globule. Also, intestinal contents of this specimen were chitinous remains, while that of the holotype bore a heavy infestation of cestode worms only (Ref. 75592).
Levenscyclus en paargedrag
Maturiteit | Voortplanting | Paaien | Eieren | Fecunditeit | Larven
Merrett, N.R. and J.A. Moore, 2005. A new genus and species of deep demersal fish (Teleostei: Stephanobercidae) from the tropical eastern North Atlantic. J. Fish Biol. 67(6):1699-1710. (Ref. 75592)
Status op de Rode Lijst van het IUCN (Ref. 130435)
Gevaar voor de mens
Harmless
Gebruik door de mens
Meer informatie
LandenFAO regio'sEcosystemenVoorkomenIntroductiesStocksEcologieDieetVoedselitemsVoedselconsumptieRantsoen
Lokale namenSynoniemenMetabolismePredatorenEcotoxicologieVoortplantingMaturiteitPaaienPaaiaggregatiesFecunditeitEierenOntwikkeling van de eieren
Leeftijd/GrootteGroeiLengte-gewichtLengte-lengteLengtefrequentiesMorfometrieMorfologieLarvenLarvale populatiedynamiekRekruteringAbundantieBRUVS
ReferentiesAquacultuurAquacultuurprofielKweeklijnenGeneticaElectrophoresesErfelijkheidZiektesVerwerkingNutrientsMassaconversie
Tools
Speciale rapporten
Download XML
Internetbronnen
Estimates based on models
Fylogenetische diversiteitsindex (Ref.
82804): PD
50 = 1.0625 [Uniqueness, from 0.5 = low to 2.0 = high].
Bayesian length-weight: a=0.01122 (0.00514 - 0.02450), b=3.04 (2.87 - 3.21), in cm total length, based on all LWR estimates for this body shape (Ref.
93245).
Trofisch niveau (Ref.
69278): 3.4 ±0.5 se; based on size and trophs of closest relatives
Weerstandsvermogen (Ref.
120179): Gemiddeld, minimale populatieverdubbelingstijd 1,4-4,4 jaar (Preliminary K or Fecundity.).
Fishing Vulnerability (Ref.
59153): Low vulnerability (11 of 100).
